'Karel is dood.' Met een gezicht waarop medelijden, afgrijzen en een zweempje verwijt in af te lezen stond mijn vriendin naast ons bed. 'Hij zou geen pijn hebben had je gezegd.'
Zonder afscheidszoen vertrok ze naar haar werk. Ik trok mijn badjas aan en begaf me naar de plaats delict. Ik was nu toch wel nieuwsgierig geworden. De trap af, het hoekje om. De keuken. Daar lag Karel. Of beter gezegd, daar hing Karel. Half uit het gaatje van de elektrocutie kamer. Ik schrok van dit macabere beeld in de vroege ochtend.
Een paar dagen geleden vonden we muizenkeutels op het fornuis. Ik had af en toe al wat getrippel en geknaag gehoord maar dat had ik voor de zekerheid even genegeerd. Bij vondst van bewijsstukken op het fornuis konden we het niet meer ontkennen. We hadden een muis.
De volgende avond liet het beestje zich zelfs brutaal zien. 'Kijk! Aah, wat lief.' Het muisje zag er inderdaad aandoenlijk uit. Zoals muizen eruit zien in films waarin zij de hoofdrol spelen en mensen de domme, lelijke vijanden zijn.
Na deze ontmoeting had mijn vriendin hem Karel gedoopt. 'Moet ie echt dood?' Hier was ik al bang voor. Dit was geen vieze muis meer die op ons aanrecht scheet, maar een aandoenlijk huisdiertje dat zorg en liefde nodig had en Karel heette.
Na een lang en intens gesprek lukte het me om uit te leggen dat Karel niet bij ons kon wonen. 'Hoe vangen we hem dan?' 'Met een muizenval', zei ik. 'Kunnen we hem niet buiten loslaten?' Nog een intens gesprek volgde.
We kwamen tot een compromis. We zouden een elektrische val kopen. In één schok weg. Karel zou niks voelen.
Ik lachte om haar stadse manier van naar zo'n muis kijken. 'Bij ons zijn dieren gewoon beesten', zei ik stoer. 'Jullie in de stad denken dat het je vrienden zijn'.
Het lachen was me vergaan nu ik Karel uit de elektrocutie kamer zag hangen. Het beestje was gecrepeerd, dat was duidelijk. Het stonk naar verschroeid leven en angststront. Daar stond ik dan. De stoere plattelands knaap. Met trillende handen tilde ik de val op, hopende dat Karel niet doormidden zou scheuren door de gewichtsverplaatsing.
Tegenover mijn vriendin probeer ik mijn boerenbuiten-imago hoog te houden, maar jullie mogen het best weten. Voordat ik de vuilniszak dichtknoopte zei ik hardop 'Sorry Karel.'