'Ja w-w-w-wadde?' Brutaal kauwgom kauwend kijkt Cindy me onderuitgezakt aan terwijl ze vertelt hoe haar broer is omgekomen in een gevecht. Nog geen kwartier geleden was dit een verlegen meisje van zestien dat amper durfde te praten omdat ze stottert. Maar ja, toen heette ze nog geen Cindy.
Voor het eerst in vier maanden mag ik mijn vak weer uitoefenen. Als gastdocent deze keer. Ik ben gevraagd om drie dagen lang leerlingen te begeleiden bij het maken van hun solo. 's Ochtends tonen ze hoever ze zijn, 's middags gaan we aan het werk met hun materiaal. In mei doen ze eindexamen in de richting theater.
Ik kan het bijna niet geloven. Al zit ik met een mondkapje in een klaslokaal op een middelbare school in Hasselt, al zijn de acteurs zenuwachtige pubers die stuk voor stuk schitteren in onkunde en houterig acteerwerk, als voor de eerste presentatie de lichten uitgaan en de spots aan krijg ik kippenvel. Eindelijk weer theater!
Tijdens haar presentatie zei 'Cindy' keurig netjes haar tekst op. Meer was het ook niet. Geen spel, geen verbeelding. Uit schaamte voor haar stotter probeerde ze uit alle macht zo min mogelijk op te vallen. Ik moest toegeven, dat was haar gelukt. Het was een bloedeloze vertoning.
Toen we na de pauze aan het werk gingen zei ze dat ze geen zin meer had in school. En al helemaal niet in theater. De tekst, een loodzware monoloog over een vrouw die haar broer verliest, droeg ook niet bepaald bij aan de feestvreugde.
Het probleem was dat haar verbeelding op geen enkele manier op gang kwam. Ze had last van haar stotter, last van de zware tekst en last van ons als publiek. Alles behalve 'opgaan in het moment'.
“Ken je niet iemand die schijt heeft aan alles,' vroeg ik. 'Een vriendin, een nichtje, iemand uit je buurt? Iemand die denkt 'fuck you, ik doe precies waar ik zin in heb'?
Een twinkeling verscheen in haar ogen. 'Jawel,' zei ze met een glimlach, 'Cindy.'
'Oke, doe deze tekst eens als Cindy'.
Ik was helemaal vergeten hoe sterk de kracht van de verbeelding is. Hoe je even alles kunt vergeten als je opgaat in het moment. Zelfs schaamte over stotteren.
Een kwartier later speelde ze met meer overtuiging dan ooit. Brutaal, onaangepast. De verbeelding op volle kracht. Ze stotterde nog steeds, maar Cindy had daar schijt aan. 'Ja w-w-wadde?!'