top of page

Avondmens

Ik ben geen ochtendmens. Zo. Dat is eruit. Ik weet dat het voor veel mensen een schande is, omdat je bij het krieken van de dag, fluitend en zingend uit je bed hoort te springen. Nou, ik niet. Ik haat vroeg op staan.


Voor acht uur 's ochtends wil ik niets van de wereld weten. Half negen. Dat is voor mij een redelijk tijdstip. Dan heb ik er ook echt zin in. Voor die tijd is mijn systeem nog niet operabel om aan de dag te beginnen. Ik ben een avondmens. Dat moet ook wel als cabaretier.


Uit onderzoek is gebleken dat twintig tot dertig procent van de mensen een 'avondmens' is. De 'klokgenen', die voor de dag/nacht cyclus zorgen, zijn bij avondmensen anders afgesteld. Dit speelt zich allemaal af in een gebied dat de nucleus suprachiasmaticus heet. Mocht u me niet geloven, zoek het gerust op.


Het is een sluimerend taboe om in de ochtend nog in je nest te liggen stinken. Het wordt toch gezien als een zwakte. Alsof je de kantjes d'r vanaf loopt. Slappelingen met de ruggengraat van een slagroomtaart, die liggen tot laat in bed. Als je ook maar een beetje karakter in je donder hebt, sta je gewoon om zes uur op. Geen gezeur. Ochtendmensen voelen zich superieur ten opzichte van avondmensen. En dat laten ze maar al te graag merken.


'Sta jij pas om half negen op? Dan heb ik er al een hele dag opzitten! Om half zes sta ik al naast mijn bed. In de zomer liefst om half vijf! Dan laat ik de hond uit, schuur ik de schutting even op, maai ik het gazon, werk ik mijn administratie bij, vervang ik de olie van de auto, beklinker ik de oprit en dan ga ik om half acht lekker naar het werk. Heerlijk!'


Sinds anderhalf jaar moet ik tegen al mijn principes in als ochtendmens door het leven gaan. Mijn dochtertje houdt namelijk geen rekening met mijn afwijkende klokgenen. Dus sta ook ik tegenwoordig om half zeven al naast mijn bed. Aankleden, ontbijten, spelen, voorlezen, vaatwasser uitruimen, was opvouwen, mails beantwoorden. Feitelijk gezien hoor ik er nu bij.


Maar nooit zal ik met plezier zo vroeg uit mijn bed stappen. Nooit zal ik denken 'wat fijn, ik krijg zoveel gedaan'. Dat zou voelen als verraad. 's Ochtends ben ik chagrijnig. 's Ochtends wil ik blijven slapen. Je suis een avondmens.

bottom of page